Hier vind je aflevering 1: Het begin
Hier vind je aflevering 2: Het testament van pastoor Van Opstal
Hier vind je aflevering 3: De gemeenteschool in de gebouwen van de stichting Van Opstal
Hier vind je aflevering 4: Apart onderwijs voor de jongens en de meisjes
Hier vind je aflevering 5: Een kijkje in het schoolreglement en het lessenpakket
Hier vind je aflevering 6: In de maalstroom van de 'ongelukswet'
Hier vind je aflevering 7: Plots van twee naar drie scholen
Hier vind je aflevering 8: De schoolstrijd van 1879 met zijn nasleep
Hier vind je aflevering 9: Ook de onderwijzer leeft niet van de hemelse dauw
aflevering 10
De familie Vandekerckhove in ‘t Blauwhuis
De geschiedenis van het onderwijs van Hulste kan niet geschreven worden zonder het verhaal van het Blauwhuis en de familie Vandekerckhove die zich daar omstreeks 1837 kwam vestigen.
Op 7 september 1837 werd in Hulste ene Hortence Vandekerckhove geboren. Zij was de dochter van Jan Baptiste Vandekerckhove uit Sint-Denijs-Westrem en Rosalie T’Joen uit Wannegem-Lede. Na de geboorte van Hortence streek de ooievaar nog acht keer op het Blauwhuis neer.
Vader Vandekerckhove was nauw betrokken bij het onderwijs in Hulste. In het bevolkingsregister van 1870 staat hij aangeduid als ‘zaekwaernemer van de gemeenteschool voor de dochters’. Wat meer is, deze gemeentelijke meisjesschool was bij hem thuis en hij verhuurde daarvoor de nodige lokalen aan de gemeente. Zelf gaf zijn dochter Hortence er vanaf 1859 les als ‘onderwijster diplomé’.
In de zomer van 1893, toen de zusters van Liefde uit Heule naar Hulste kwamen en de Vrije Meisjesschool van Hortence overnamen, ging de schoolpoort van het Blauwhuis, na 34 jaar, voorgoed dicht. Hortence was er vanaf 1859 de hoofdonderwijzeres geweest. Zij ging op rust, wat dichter bij de ‘plaats’, in het huis waar Raoul Loridan en Rosa Vanassche gewoond hebben (Brugsestraat 25). Hortences vader was al eerder, op 29 juni 1882, en haar moeder nog vroeger, op 10 december 1875 overleden.
Maar was de school er niet meer, er waren nog altijd Vandekerckhoves in ‘t Blauwhuis. Kort na de dood van zijn vader was Theodoor Vandekerckhove getrouwd met Julie Declercq. Weer eens werden er zeven Vandekerckhoves in ‘t Blauwhuis geboren. Ze bleven er tot na de Eerste Wereldoorlog, dus lang genoeg om gekend te zijn door Bertha Claerbout (1895-2004), wiens ouderlijk huis rechtover het grote huis Masureel stond, waar tot voor enkele jaren nog Xavier Verstraete woonde (Brugsestraat 43), dus heel dicht bij het Blauwhuis. Bertha Claerbout was bij de laatste eeuwwisseling de enigste in Hulste die nog ‘mademoiselle’ gekend had. Zo werd Hortence tot op het laatst genoemd.
Maar nog beter heeft Bertha mademoiselle’s jongere broer Theodore gekend. Theodore of in de volksmond ‘Doren van ‘t Blauwhuis’ was de eerste in Hulste die een fonograaf had. Als ‘t goed weer was plaatste hij die fonograaf op de hoge berm vóór ‘t Blauwhuis. Er kwam natuurlijk veel volk op die ‘sprekende machine’ af. De fonograaf was een van de allereerste: hij werkte nog met bruine rollen in plaats van platen. Op de hoge berm vóór ‘t Blauwhuis stond er ook een grote, blinkende glazen bol. Doren had ook mooie dochters. Zij waren altijd gelijk gekleed en van de eersten om een kiel in plaats van een schort te dragen: een blauwe kiel met witte bollen.
Theodore Vandekerckhove overleed op 29 januari 1914. Hij heeft niet meer geweten dat de Duitsers zijn ‘siezekot’ als gevangenis hebben ingericht. Aan dit ‘siezekot’ waren getraliede vensters. Het lag aangebouwd tegen de rechterkant van ‘t Blauwhuis, dus naar de Blauwhuisstraat toe.
We nemen afscheid van ‘t Blauwhuis, maar niet zonder te zeggen dat het na de oorlog eigendom werd van Theophiel Snoeck, landbouwer op de kasteelhoeve en burgemeester van Hulste, de grootvader van Joseph en overgrootvader van Frank Snoeck. Theophiel overleed in ‘t Blauwhuis op Kerstdag 1925. Het jaar voordien, namelijk op 7 november 1924, was zijn vrouw Marie-Louise Cattebeke reeds overleden. Ook Theophiels zoon Adhemar ging na de kasteelhoeve in ‘t Blauwhuis op rust. Hij stierf er op 6 augustus 1960. Nadien werden er van ‘t Blauwhuis drie woonhuizen gemaakt.
Het Blauwhuis, toenmalig schoolgebouw op de hoek van de Brugsestraat en de Blauwhuisstraat. Foto van kort na de oorlog 1914-18. Bemerk het koetshuis achteraan met het venster, voorzien van tralies, dat in de Eerste Wereldoorlog dienstdeed als plaatselijke gevangenis.
Hier een foto van latere datum
Het Blauwhuis anno 2021 (credits Google maps)
Hier vind je aflevering 1: Het begin
Hier vind je aflevering 2: Het testament van pastoor Van Opstal
Hier vind je aflevering 3: De gemeenteschool in de gebouwen van de stichting Van Opstal
Hier vind je aflevering 4: Apart onderwijs voor de jongens en de meisjes
Hier vind je aflevering 5: Een kijkje in het schoolreglement en het lessenpakket
Hier vind je aflevering 6: In de maalstroom van de 'ongelukswet'
Hier vind je aflevering 7: Plots van twee naar drie scholen
Hier vind je aflevering 8: De schoolstrijd van 1879 met zijn nasleep
Hier vind je aflevering 9: Ook de onderwijzer leeft niet van de hemelse dauw
[LD - SH 2024]
De weg terug van onze twee basisscholen: een vergeten verhaal
Het ligt niet in onze bedoeling de lezer van deze site terug op de schoolbank te zetten, met vooraan het groene of het zwarte schoolbord. We willen veeleer op verrassingsreis. Want hoe en wanneer onze beide lagere scholen er kwamen is voor de meesten - anno 2024 - een compleet onbekend verhaal, historie van meer dan 200 jaar.
Reeds vóór de Franse Revolutie (1789) was er in Hulste een schoolmeester, maar hoegenaamd nog geen schoolplicht. Gaandeweg begon men meer en meer het belang van het onderwijs in te zien.
Voor de grote ‘doorbraak’ was het wachten op de 20ste eeuw, meer precies op de wet van 1914, die de leerplicht van alle kinderen tussen 6 en 14 jaar invoerde. Maar door de oorlog kwam de wet pas in 1919 in voege.